Aardappels poten: twee methoden voor een succesvolle oogst

Aardappels zijn een van de meest veelzijdige gewassen die je kunt telen in je moestuin. Ze zijn voedzaam, lekker en relatief eenvoudig om te kweken. Er zijn verschillende manieren om aardappels te poten, afhankelijk van je tuinierstijl en voorkeur. In deze blog bespreken we de originele methode, waarbij je de aardappels in de grond plant en de Ruth Stout-methode, waarbij je aardappels teelt in hooi of stro.

1. Aardappels poten in de grond

De traditionele manier van aardappels telen is eenvoudig en effectief. Dit is hoe het werkt:

1. Bereid de grond voor: Kies een zonnige plek en maak de grond los. Zorg ervoor dat de bodem goed gedraineerd is en voeg eventueel compost toe voor extra voedingsstoffen.
2. Laat je pootaardappels kiemen: Laat je pootaardappels enkele weken kiemen op een lichte, koele plek totdat er stevige scheuten verschijnen.
3. Graaf een geul: Maak een geul van ongeveer 10–15 cm diep. Houd tussen de geulen een afstand van 60 cm.
4. Plant de aardappels: Leg de pootaardappels met de kiemen omhoog in de geul, met een tussenruimte van 30 cm.
5. Bedek de aardappels: Vul de geul voorzichtig met aarde.
6. Aanaarden: Zodra het loof boven de grond ongeveer 15 cm hoog is, bedek je de met een extra laag aarde rondom de planten om de stengels te bedekken. Dit voorkomt dat de knollen blootgesteld worden aan zonlicht, wat groene (en giftige) plekken kan veroorzaken. Herhaal dit proces enkele keren tijdens de groei.

2. De Ruth Stout methode: aardappels telen in hooi of stro

De Ruth Stout methode is een natuurlijke en arbeidsvriendelijke manier om aardappels te telen zonder te spitten of aanaarden. Deze methode maakt gebruik van een dikke laag organisch materiaal, zoals hooi of stro, om de aardappels te bedekken.

1. Laat je pootaardappels kiemen: Laat je pootaardappels enkele weken kiemen op een lichte, koele plek totdat er stevige scheuten verschijnen.
2. Kies een plek: Zoek een zonnige plek in je tuin of op een grasveld. De grond hoeft niet bewerkt te worden, wat deze methode erg makkelijk maakt.
3. Leg de aardappels neer: Plaats de pootaardappels direct op de grond, met de kiemen omhoog. Houd een afstand van 30 cm tussen de aardappels.
4. Bedek met hooi of stro: Bedek de aardappels met een dikke laag hooi of stro, minstens 20–30 cm.
5. Onderhoud: Voeg tijdens het groeiseizoen extra hooi of stro toe als de laag inzakt en als het eerste loof boven het stro uitkomt. Geef water als het langere tijd droog is.
6. Oogsten: Zodra het loof is afgestorven, trek je eenvoudig het hooi of stro opzij en oogst je de aardappels.

Voordelen van de Ruth Stout methode:

• Geen graafwerk nodig: ideaal voor wie zware grond heeft of weinig tijd wil besteden aan tuinonderhoud.
• Verrijkt de bodem: het organische materiaal breekt af en voedt de grond.
• Minder onkruid: de dikke laag hooi of stro onderdrukt onkruidgroei.
• Schone(re) aardappels omdat deze uit het organisch materiaal komen in plaats van uit de aarde.

Welke methode kies jij?

Beide methoden hebben hun voordelen en het hangt af van jouw voorkeur en tuinsituatie welke je kiest. Wil je de klassieke aanpak? Dan is de originele methode ideaal. Wil je minder graven en genieten van een natuurlijke teeltmethode? Probeer dan zeker de Ruth Stout methode een keer!